De bijzondere historie van de provincie Gelderland en de stad Nijmegen vraagt erom verteld, bestudeerd en gezien te worden. Het Archeologisch Depot Nijmegen en het Archeologisch Depot Gelderland worden samengevoegd en daarmee ontstaat de grootste archeologische schatkamer van Nederland. Het huidige depotgebouw aan de Nieuwe Dukenburgseweg in Nijmegen is te klein en voldoet niet meer aan de wensen en eisen van deze tijd. De uitbreiding faciliteert naast nieuwe depotruimtes voor beide organisaties ook diverse werk- en ontvangstruimtes.
Contrast
Het contrast is groot tussen het conserveren en exposeren van archeologische vondsten. Een ideaal depot is een dichte doos met een constant binnenklimaat die toegankelijk is voor een beperkt aantal personen. Artefacten bewaren voor toekomstige generaties is belangrijk, maar voor de huidige generatie dient het verleden ook toegankelijk te zijn. Voor archeologen is het delen van opgedane kennis en inzichten met vakgenoten en het grote publiek is een belangrijk onderdeel van het werk. Goede werkruimtes om onderzoek uit te voeren, prettige ontvangstruimtes om presentaties te houden en inspirerende tentoonstellingsruimtes zijn belangrijk voor beide archeologische diensten.
Twee gebouwen – één volume
De nieuwbouw bestaat uit twee type gebouwen van elke drie bouwlagen. Een compact, efficiënt en gesloten depotgebouw staat tegen een open entree-, kantoor- en ontvangstgebouw. Het rechthoekige depotgebouw heeft een klimaatzone rondom alle gevels en het dak voor een optimale bewaarcondities met een low tech installatie. Door de ongeïsoleerde begane grondvloer wordt de constante temperatuur van de bodem aangewend om de klimatologische invloeden van buiten te temperen. De tegenhanger van het gesloten depotgebouw is het transparante volume waarin alle bewerkingen van het te deponeren materiaal in een professioneel, prettig werkklimaat plaatsvinden. Het volume is op verschillende plekken afgeschuind om een betere connectie te maken met de omgeving. De snede aan de Nieuwe Dukenburgseweg markeert de nieuwe hoofdentree, en op de verdieping juist een terras. Een uitkraging aan de noordzijde geeft de expeditie een luifel, en het gebouw een bijzondere kop. In het gebouw zijn de organisatie van de expeditie, was- en onderzoeksruimten gericht op een adequate logistiek van alle vondstmateriaal naar het depot. Korte, rechte looplijnen maken het raadplegen van de collectie gemakkelijk, efficiënt en voor het publiek zichtbaar in het atrium in hart van het gebouw. Kantoor en depot worden vervolgens omhuld door één doorlopende gevel.
De gevel als gronddoorsnede
We zijn eindeloos gefascineerd door de archieffoto’s van archeologische afgravingen. Er schuilt een bijzondere grafische kracht en het kleurenpalet van afgegraven aardlagen wordt doorsneden door rechte snedes en coupes, voorzien van markeringen en metingen in het archeologisch veldonderzoek. Deze kracht is vertaalt naar een bijzondere compositie en schakering van verschillende kleuren metselwerk in wisselende verbanden en met gevarieerd voegwerk dat als banen in reliëf over de gevel is aangebracht. Alsof het een archeologische vondst betreft zijn de gevelstenen afkomstig uit restpartijen metselwerk. In deze gevels maken we vervolgens kleine vitrines in een vrije compositie, verspreid over de gevel. De vitrines tonen de bodemschatten als kleine inkijkjes in het depot aan bezoekers en passanten. De materialiteit van de gevel is tevens doorgezet naar het interieur van het atrium. Het normaal gesloten depotgebouw heeft nu een gevel die wél communicatief is.
Winkelsteeg
Het nieuwe archeologisch depot is onderdeel van de grote stedelijke gebiedstransformatie van bedrijventerrein Winkelsteeg naar een levendig woonwerkgebied. Vergroening en biodiversiteit van de bestaande context is van groot belang in het maken van een klimaatbestendige stedelijke woonomgeving. De stedenbouwkundige visie laat zien hoe het nieuwe depot kan worden ingepast en bijdraagt aan een nieuw, vitaal stedelijk ensemble waar men kan werken en wonen, rondom het nieuwe depot.